Over het wie, wat, waar, wanneer, hoe en waarom.

Lezen gaat nogal traag bij mij. Dat komt omdat ik altijd een onoverzichtelijk stel vragen heb. Daarom ligt er bij het lezen dikwijls een notablok in aanslag, om de vragen die spontaan in me opkomen te noteren. Sommige van die vragen blijven levenslang onbeantwoord, maar met een handjevol geluk kan het ook anders. Dan ontmoet je medebloggers of lezers die net dat ietsje meer weten, en je met een kort bericht de oplossing toeschuiven.

Ik ga op deze blog een aantal vragen plaatsen, en hoop snel een netwerk van betweters te creëren, die me zoetjes uit mijn dromen helpen.

X in het kwadraat is altijd positief, heb ik tijdens de wikundelessen geleerd. Dat geldt ook voor betweten. Dus, beste lezer en lezeres, betweet er maar op los. Hoewel er ook vragen zullen tussen staan, die ik alleen moet oplossen, is elk antwoord een stapje verder in de wijsheid der dwazen.

Andebijk@gmail.com
Zie ook mijn blog
http://andebijk.blogspot.com/.

maandag 18 oktober 2010

1 Inleiding tot Oudenaardse Biografieën, 1976

In 1976 verscheen het eerste deeltje van de Oudenaardse Biografieën (verder O.B. genoemd, enkelvoud of meervoud). Oudenaarde was het stadje, dat in het vijfde leerjaar bij Meester Armand voorgesteld werd als: het centrum van de Vlaamse tapijtweverij. Meer herinner ikme er niet meer van. Vroeger heb ik nog wel eens in die boekjes gekeken, maar de verbondenheid met deze stad was nog niet groot genoeg om deze levensbeschrijvingen ook echt te lezen. Hier en daar een belangwekkend persoon, ja dat kon, maar zelfs nu schrik ik er voor terug om alles te lezen. En toch staan in elk hoofdstukje zulk een veelheid aan gegevens, dat ik er van schrik. Er staat, zo blijkt zelfs, veel in dat je er niet lezen kunt, maar dat slechts kort geïnsinueerd wordt. En dat laatste is het onderwerp van deze blog. Maar eerst wil ik toch nog even doorbomen op het belang dat ik hecht aan deze nederige brochuretjes. Zij zijn belangrijk, reken maar.

Het is niet mijn bedoeling mij als een historicus te gedragen. Als inwijkeling (ik haat dat woord) heb ik wel interesse in de levenswandel van sommige personen, hun belang inschatten gaat toch een stuk gemakkelijker als je groot geworden bent in diezelfde omgeving waar zij hun persoonlijkheid hebben laten gelden.

Zo ook is het moeilijk om het belang van twee totaal verschillende personen in te schatten. Laat me een concreet voorbeeld nemen. Een rijkswachter, en een kloosternon. Ze komen beide voor in dit eerste deel van de O.B., en beide zijn ze voor een aantal mensen van belang, op de ene of de andere manier. Als min of meer buitenstaander kies ik emotioneel voor de non, maar ik kan me voorstellen dat de rijkswachter, die zijn verantwoordelijkheden opgenomen heeft tijdens de Eerste Wereldoorlog, best concurentieel kan zijn met de non, die het ziekenhuiswezen in de stad, maar ook het onderwijs een beslissende wending gegeven heeft.

Door mijn persoonlijke interesse zal ik eerder teruggrijpen naar personen die in de literaire of artistieke atmosfeer hun belang opgebouwd hebben. Maar ook belangwekkende industriëlen, religieuzen, politici, net zo goed als tragische figuren die in hun leven maar één waarlijk grote daad gesteld hebben, zoals de oorlogsheld Maurice Gevaert, die in de bevrijdingsdagen van de Tweede Wereldoorlog nog door een Duitse kogel getroffen werd, en ter plaatse stierf, krijgen mijn aandacht. Alleen zal ik voor de eerste categorie meer aandacht hebben. Dat is een keuze die men mij niet mag kwalijk nemen. Vanuit de blog, waaruit deze tweede ontstaan is, lijkt het me een volkomen gerechtvaardigde keuze.

Een gelukkige aankoop van archiefboeken tijdens een verkoop door de Oudenaardse Stadsbibliotheek van vorig week-end heeft me een aantal boeken opgeleverd, die in deze atmosfeer eigenlijk als rechtstreekse aanleiding van het onstaan van de O.B. mogen gezien worden. Door de snelheid en in het gedrang waarin alles gebeurde, heb ik waarschijnlijk een aantal andere, gelijkwaardige werken over het hoofd gezien, of heeft iemand anders die voor mijn neus weggekaapt. Het betreft de jaarlijkse afleveringen van de "Handelingen van de Oudenaardse Geschiedkundige Kring". Daarin heb ik fragmenten teruggevonden die handelden over de hier verder besproken personen. Naar alle waarschijnlijkheid zullen er wel kontakten kunnen gelegd worden met mensen die in die kring hun medewerking geven of gegeven hebben. Zij zijn mogelijk een gouden bron om verdere informatie te verkrijgen.

Ik steek mijn nek uit.  Door deze O.B. te gebruiken als testobjecten voor mijn vragenblog, stel ik me bijzonder kwetsbaar op. Niet zelden zal de reactie van het eerste ogenblik zijn: zoek op internet, je zult het antwoord wel vinden. Dat zal ik ook wel doen, maar door mijn vragenlijstje publiek te maken, laat ik de geïnteresseerde lezer wel in mijn kaarten kijken, en mogelijk laat ik ook mijn beperkingen zien. En alleszins is het voor mij een aansporing om twee verbeteringen in mijn methode van lezen en studeren - want beide zijn voor mij onafscheidelijk verbonden - door te voeren.

Allereerst centraliseer ik mijn werk, in plaats van nu een notablok, dan een verloren stuk papier te gebruiken als geheugensteun voor de vragen die ik me stel. Het geheugen is bovendien zo kort dat een vraag, die op het ogenblik dat ze opreist, pertinent is, na een paar uur niet meer zo klaar is dan toen ze in me opkwam. 

En daarbij is het publiek vrijgeven van deze lijsten voor mij ook de aanleiding om vragen, die na een tijdje uit het oog verloren werden, toch uit te pluizen, in plaats van ze rustig te laten uitdoven. Dat bovendien mijn wijze van denken kan afgeleid worden uit de vragen die ik mezelf en anderen stel, hoeft geen probleem te zijn. Het trage lezen heeft zo zijn oorzaken. Eén van die oorzaken is een overdreven neiuwsgierigheid. Maar dat leidt soms wel eens tot een teneur, die brutaal, onbeleefd en dom kan overkomen. Het is niet mijn bedoeling te kwetsen. Maar laat het duidelijk wezen dat pijnlijke vragen soms toch moeten gesteld worden. Misschien kan een eerlijk antwoord wel ontwapenend werken?

Als ik me dan niet als een historicus wil gedragen, komt dat hoofdzakelijk door mijn gebrek aan opleiding, maar dat vermindert mijn interesse voor deze onderwerpen niet. Schiet dus niet op deze pianist, als hij soms ongestructureerd, onwetenschappelijk en onvolledig te werk gaat. Hij is een amateur, die zich amuzeert met dingen die zijn petje misschien ver te boven gaan. Maar hij amuzeert zich. Het kan veel erger.

Dank dus aan allen die zich geroepen vinden nu en dan een paar woorden toe te voegen als antwoord op de onderstaande vragen. Voel u vrij, en geeft een reactie, of mail op het bovenstaande adres.

Oudenaarde, 18 oktober, 22h11

Geen opmerkingen:

Een reactie posten